Processierupsen ontdekt in uw bomen? De brandharen van deze rupsen zorgen voor de mens voor veel overlast:
- Op de huid: (heftige) jeuk, bultjes, blaasjes, roodheid
- In de ogen: roodheid, dikke oogleden, het gevoel dat er iets in het oog zit.
- Neus, keel of longen: van kriebel in de keel tot benauwdheid
Vanwege de heftige medische klachten is het ten zeerste af te raden om de rupsen zelf te bestrijden.
Zelf processierups bestrijden?
We raden u ten zeerste af om de processierups zelf te bestrijden. Er zijn wel enkele middelen in de handel waarmee u -vroeg in het seizoen- kunt proberen de opmars van de rupsen tegen te houden, maar we adviseren u de bestrijding door een professioneel verdelger te laten uitvoeren.
Onze oplossing voor de processierups
De beste manier om de processierups te bestrijden is om biodiversiteit te bevorderen. Zorgen voor de aanwezigheid van natuurlijke vijanden, zodat de processierups niet uit kan groeien tot een plaag. Maar daar is uw huidige probleem niet direct mee opgelost.
Wegbranden van de nesten
Omdat het verboden is insecticiden te gebruiken op de nesten van de processierups worden er diverse methoden toegepast.
Wij hanteren o.a. de methode van het wegbranden van de rupsen. We kunnen de rupsen tot een hoogte van 4 meter bestrijden. Daarom adviseren we om vroeg in het seizoen contact met ons op te nemen, op het moment dat de rupsen nog niet helemaal boven in de bomen zijn aanbeland.
Catefix een nieuwe biologische methode
Catefix is een duurzame oplossing voor bestrijding van de processierups. Doordat we Catefix aanbrengen op de buitenzijde van de nesten en ook de nesten ermee injecteren, worden de nesten gefixeerd.
Catefix is 100% effectief, eenvoudig aan te brengen en is volledig afbreekbaar. Het gefixeerde en behandelde nest kan blijven zitten. Een goede oplossing die ook kan worden uitgevoerd door elke professionele hovenier/boomverzorger.
Meer informatie over de processierups
Eikenprocessierups of eikenprocessievlinder
De eikenprocessievlinder is een nachtvlinder en is vrij onopvallend. De rups van deze vlinder veroorzaakt de eigenlijke overlast. De rups overwintert in het ei-stadium en wordt in het voorjaar actief, rond april-mei. Per seizoen wordt er één legsel gemaakt.
De rupsjes zijn dan enkele millimeters lang en zijn blind, zijn oranje tot bruin van kleur en hebben een verhoudingsgewijs grote donkere kop. Zie foto bovenaan deze pagina. In dit stadium hebben ze nog geen brandharen.
Aan de bijzondere processie-achtige manier waarop de groep van rupsen zich voortbeweegt danken ze hun naam.
Brandhaartjes ontstaan vanaf half mei tot juli
Oudere rupsen zijn bruingrijs tot blauwgrijs. Ze hebben twee rijen wratachtige uitstulpingen aan de zijkant die oranje tot bruinrood zijn. Hieruit steken opvallende, lange en licht gekleurde haren van ong. 1 cm. Dit zijn niet de brandharen. De brandharen zitten op de rug ter hoogte van een donkere vlek. Deze haartjes zijn veel kleiner dan de rest van de beharing.
Pas op voor oude nesten
De processievlinder maakt nesten. Begin september zetten ze hun eitjes af in scheuren op de stam of op takken van eikenbomen.
Het is minder bekend dat in oude verlaten nesten nog altijd brandharen aanwezig zijn die nog jarenlang klachten kunnen geven. Dus ook in het voorjaar wanneer u gaat snoeien moet u voorzichtig te werk gaan.
Waar zitten de processierupsen
De processierups vertoeft graag in het zonnetje. Daarom zitten ze het liefst in bomen die veel zonlicht vangen. Op de wat meer open plaatsen dus, zoals lanen in steden en dorpen, op campings en landgoederen in bosrijke omgevingen.
De rupsen worden voornamelijk waargenomen op eikensoorten, maar wanneer ze daar het jonge blad hebben weggevreten verhuizen ze ook wel naar andere boomsoorten zoals beuken, berken en kastanjes.
Processierups is nachtdier
De rupsen gaan ’s nachts, op zoek naar voedsel. Hierbij lopen ze in meerdere rijen dicht achter elkaar aan als in een processie. Overdag zijn ze niet actief en schuilen ze tegen de warmte in hun nest. Dat biedt ook bescherming tegen vijanden vanwege de grote hoeveelheid aanwezige brandharen in de vorm van afgeworpen vervellingshuidjes.
Met de huidige zachte winters en droge warme zomers kunnen de rupsen zich goed ontwikkelen.